12 maart 2007

Over managers en bazen

Als je al enkele jaren voor jezelf bezig bent is het bijna onmogelijk om ooit nog eens te gaan werken voor een baas. Niet dat de managers en directeuren waar ik als sales professional voor heb gewerkt van die vreselijke types waren, in tegendeel. Maar toch. Verantwoording afleggen, overleg, vergaderen, ideeen bijstellen, politiek maar ook goede feedback, klankborden en goede tips. Bij mij weegt de enorme vrijheid, het volgen van mijn eigen pad en de eindverantwoordlijkheid dragen toch sterker. Nee ik ben blij dat ik mijn eigen baas ben.

Er wordt veel geschreven op het net over managers, bazen en directeuren. Ik heb een kleine bloemlezing voor jullie samengesteld. Klik en geniet.

Managerstaal op taalkabaal
Een compleet overzicht van het rare taalgebruik wat managers uitslaan. Herkenbaar voor een iedereen die zich wel eens in de omgeving van een manager bevind.

Is je baas een klootzak?
Op het basisniveau kom je er makelijk achter. Is hij grof gebekt, schreeuwt hij of zij tegen mensen, laten ze anderen wachten. Komen ze met alles weg omdat ze toevallig de baas zijn? Elf redenen om uit te zoeken of je baas een klootzak is.

Hoe goed kan je omgaan met je baas?
Een simpele quiz met vijf vragen hoe goed je kan omgaan met je baas.

De manager en de het luchtballon
En mooie parabel over de technicus en de manager.

Onzinverhalen deel een en deel twee (PDF's)
De gekookte kikker, de natgespoten apen en de vlinder chaostheorie. Allemaal verhalen die door adviseurs en managers worden verteld als analogie om iets duidelijk te maken. En jawel, allemaal onzin.

De wijze les van de dakota (op verschillende plekken te vinden op het net)
De wijsheid van de Dakota-indianen stelt dat wanneer je ontdekt dat het paard dat je berijdt dood is, de beste strategie erin bestaat af te stijgen. In managementkringen worden echter vaak andere strategieƫn toegepast:
1. een betere zweep kopen;
2. de ruiter verwisselen;
3. uitspraken zoals: ‘zo hebben we altijd een dergelijk paard bereden’;
4. een werkgroep oprichten om het paard te bestuderen;
5. andere landen bezoeken om te zien hoe ze daar dode paarden berijden;
6. de standaarden om dode paarden te berijden verhogen;
7. een task-force oprichten om het dode paard te doen herleven;
8. een opleiding inrichten om onze rijkunst te verhogen;
9. de toestand van de dode paarden in de actuele omgeving vergelijken;
10. wetgeving invoeren houdende dat ‘dit paard niet dood is’;
11. de verantwoordelijkheid leggen bij de ouders van het paard;
12. verschillende dode paarden inspannen om de snelheid te verhogen;
13. verklaren dat ‘geen enkel paard dood genoeg is om het niet te slaan’;
14. bijkomend budget voorzien om de prestaties van het paard te verbeteren;
15. een studie uitvoeren om te zien of externen het niet goedkoper kunnen berijden;
16. verklaren dat het paard ‘beter, sneller en goedkoper’ dood is;
17. een kwaliteitskring oprichten om een gebruik te vinden voor het dode paard;
18. de performance-vereisten van het paard herzien;
19. zeggen dat dit paard werd aangeschaft met kost als een onafhankelijke variabele;
20. het paard promoveren naar een kaderfunctie.

Geen opmerkingen: