12 februari 2007

Het verschil tussen optimisme en pessimisme

Verkopers zijn over het algemeen echte rasoptimisten en zo hoort het ook. Je krijgt erg veel "nee" te horen, verliest soms opdrachten waar je weken hard aan hebt gewerkt en bent altijd bezig om shit op te dweilen. De energie en kick komt uiteraard van het scoren van opdrachten en daar moet je flink op kunnen teren. Ik overdrijf natuurlijk, maar een beetje eelt op de ziel kan geen kwaad in een commerciële baan. Ik heb eerder een stuk (PDF hier) geschreven over het feit dat gemiddeld 1 op de 7 verloren geachte opdrachten zijn terug te winnen. En hiervoor is een optimistische inslag onontbeerlijk.

Ik las pas een fabel over twee kikkers van André Maurois. Er vielen twee kikkers in een pot met room. De ene kikker is van nature een optimist, de ander een pessimist. Op het moment dat de pessimistische kikker in de pot valt denkt hij meteen: Ik ga eraan, ik kan er nooit meer uit en zal verdrinken. En zo geschiedde. De optimistische kikker wist ook niet wat hij moest doen, maar hij had vertrouwen en dit vertrouwen gaf hem kracht. Als een wilde begon de optimistische kikker om zich heen de slaan met zijn poten en langzamerhand werd de room dikker en dikker. Ondanks zijn vermoeiheid ging de kikker maar door met wild trappelen en veranderde de dikke room in boter. De kikker zat uiteindelijk bovenop de boter in de pot en kom weer rustig ademhalen. De moraal? Als het tegenzit kan je beter iets doen, dan helemaal niets. En vol vertrouwen blijven.

Of dan het verhaal van twee schoenenverkopers die de opdracht hebben om in Afrika schoenen te gaan verkopen. De pessimitische verkoper komt aan en ziet dat iedereen op blote voeten loopt, dus denkt meteen dat het geen zin heeft om hier schoenen te gaan verkopen. Met dat verhaal gaat hij ook meteen terug naar de fabriek. De fabriek stuurt nu een optimitische verkoper erop af. Nog geen twee uur nadat de verkoper is gearriveerd ontvangt de fabriek al een berichtje van hem: Stuur onmiddellijk nog duizend paar schoenen, want niemand draagt hier nog iets.

Beide verhalen heb ik gevonden in een boek van Arie Maat.

Geen opmerkingen: