
Op de achtergrond hoort hij echter een hoop lawaai en hij ziet vlak naast de hemelpoort een andere ingang, waarboven met neonletters "HEL" staat geschreven. Hij vraagt een man voor hem in de rij om even zijn plekje bezet te houden en hij neemt een kijkje. Naast de ingang van de hel is ook een glazen scherm en de man ziet in de hel dat er groot feest aan de gang is. Mensen gaan uit hun dak, heerlijke muziek, drank en eten in overvloed en alle mensen zijn uitzinnig.
De portier voor de deur van de hel spreekt de man aan. “Mooi heh? Wat zou je ervan vinden om hier de eeuwigheid door te brengen? Altijd feest, altijd uit je dak. Het enige wat je hoeft te doen, is je toegangsbewijs voor de hemel in te leveren en je kunt naar binnen.” De man kijkt naar de lange rij voor de hemelpoort, de vredige maar tamme sfeer in de hemel en het dampende feest in de hel en twijfelt. “Ach, wat kan me gebeuren” en geeft zijn bewijs aan de portier en stapt de hel binnen.
Op dat moment wordt hij meteen gegrepen en in een grote pan met kokende pek gegooid. Het feest is verdwenen, de mensen zijn weg en ziet alleen ellende om zich heen. “Wat is gebeurd”, schreeuwt de man uit. “Waar is het mooie feest gebleven?” De portier aan de poort antwoordt droogjes: “Voor u naar binnen kwam, was u een prospect, nu bent u klant geworden.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten